Persoonlijke data

Naam: Dragan Dimitrijević
Leeftijd: –
Geboortedatum: –
Geboorteplaats: –
District (huidige indeling): –
Datum en plaats van overlijden: –
Naam op het monument in Garderen: –

Legeronderdeel

Rang: –
Legeronderdeel: –

Officiële Nederlandse overlijdensakte

Nummer overlijdensakte: Apeldoorn 1919 No. 105
Naam: Dragan Drimitijewitsj
Leeftijd: –
Plaats: –
Datum van overlijden: 27.01.1919
Plaats van overlijden: Apeldoorn
Familie informatie: –

Op 28 januari 1919 werd in Apeldoorn aangifte gedaan van het overlijden van de Serviër Dragan Dimitrijević. Hij zou gestorven zijn op 27 januari 1919. Volgens het autopsierapport was de doodsoorzaak “Spaanse griep met longontsteking”.

Op 29 januari werd hij begraven in Garderen, in het verzamelgraf waarin de in Legerplaats Milligen omgekomen Serviërs werden begraven.

Op 29 of 30 januari kwam de commandant van het Nieuw-Krijgsgevangenkamp Milligen, kapitein W.G.M. Gaillard, erachter dat er sprake moest zijn van een misverstand. In het lazaret was Dragan Dimitrijević bij zijn positieven gekomen. Hij was ontwaakt uit zijn zware ziekte. Niet hij, maar Vasilije Simonović bleek te zijn overleden op 27 januari. De mannen waren verwisseld, maar de dode was inmiddels begraven.

Dezelfde schouwarts die op 28 januari de autopsie had uitgevoerd, vulde op 30 januari een nieuwe verklaring in, dat hij had vastgesteld dat Vasilije Simonović op 27 januari om 04:00 v.m. was overleden aan Spaanse griep met longontsteking.

Op 31 januari deed Edward Townsend, oud vijf en veertig jaar, administrateur van het krijgsgevangenenkamp samen met Hendrik Mus, gemeentebode, in Apeldoorn aangifte van het overlijden, op 27 januari 1919, des voormiddags om 4 uur van Vasilije Simonović. Vervolgens vergat de gemeente Apeldoorn om de overlijdensakte van Dragan Dimitrijević te vernietigen.

Hoewel hij is gerepatrieerd en waarschijnlijk zijn leven in Servië hervatte, was Dragan Dimitrijević volgens Nederland dus dood.

Toen de Joegoslavische overheid in 1931 via het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken liet opvragen waar welke Serviërs waren overleden tussen 1916 en 1919, ontvingen ze uit Apeldoorn dus een lijst met 30 namen, inclusief die van Dragan. Het ministerie van Justitie in Belgrado bereidde daarop in 1937 een opgravingsrapport voor alle Serviërs van wie de stoffelijke resten die in Garderen begraven zouden moeten liggen, dus ook voor Dimitrijević.

Toen op 13 mei 1938 de graven zouden worden geruimd zodat de stoffelijke resten konden worden overgebracht naar een Servisch mausoleum in Jindřichovice, kwam de Joegoslavische afgevaardigde, inspecteur Branko Popović, erachter dat er in Garderen niet 30, maar 29 Serviërs begraven waren. Omdat de naam van Dragan Dimitrijević niet op het monument stond dat in 1919 naast het massagraf was verrezen, werd het voor hem bestemde opgravingsrapport uiteindelijk niet ingevuld.

In 2006 werd het monument gerestaureerd en de namen opnieuw leesbaar gemaakt. Toen in 2013 werd besloten om symbolische kruisen op de graven te zetten met de namen van de mannen die er ooit hadden gelegen, deed hetzelfde probleem zich voor als 75 jaar eerder tijdens de opgraving en overbrenging. Ook nu weer waren er volgens de gemeente Apeldoorn 30 Serviërs gestorven in Milligen en slechts 29 begraven in Garderen en van daaruit overgebracht naar het mausoleum.

Pas eind december 2015 werd het mysterie van Dragan Dimitrijević opgelost, toen in het Nationaal Archief de weekrapporten uit 1918 en 1919 van het Nieuw-Krijgsgevangenkamp Milligen werden teruggevonden, waaruit bleek dat hij geen graf had omdat hij niet in het kamp overleden is. Hij was verwisseld.